skip_to_content
(NL)

THE (UN)BEARABLE LIGHTNESS OF BEING IN LOCKDOWN / STADSKLAP

02/07/2020B-architecten

Fig. 1

Ode aan de Overkant.

Ik zie ze genieten in de zon
Met een boek of sigaret
Zalig op hun balkon
Bestudeer ik ze Nauwgezet

Op deze zonnige dag
Baadt de overkant in zonnig licht
Dan denk ik wel eens ach
Was mijn appartement ook maar zuidgericht

Fig. 1


(UN)DESIRED CITY

During the Covid-19 pandemic it became clear that many people were unhappy with the spaces in which they lived – those with gardens desired a pool, and those with a balcony desired a garden. It is not clear whether fulfilling those desires could ever result in better places to live. Desire is personal and subjective, so what is desired by some will be loathed by others, and what is desired today can could be hated tomorrow.

“People can inhabit anything. And they can be miserable in anything and ecstatic in anything. Moreand more I think that architecture has nothing to do with it. “ (Rem Koolhaas, “From Bauhaus to Koolhaas”, WIRED Magazine 1996)

- (Un)desired city is made by architecture of separation, an architecture of management, it is an architecture of a new order
- (Un)desired city is an architecture of walls
- (Un)desired city does not respect street patterns or topography. It does not consider property lines nor established social structures
- (Un)desired city is only concerned with the management of public health - (Un)desired city is a Public Health Paradise and a new design ideology

Fig.2

De stadsklap.

Hoe immateriële quarantaine fenomenen het verlangen bloot legden naar een stedelijk ‘klankbord’. Mensen ‘klapten voor de zorg’. Tot ongenoegen van vele zorgverleners... Maar mensen bleven toch klappen. ‘Een zogenaamd teken van solidariteit’. Werd de herhaling niet eerder een stadsritueel? Het klappen werd een expressie van een verlangen naar ‘gehoor’ in de stille publieke ruimte van de lockdown. Ondanks de voorbijgaande aard van de inspirerende stilte van de onbebouwde quarantaine ruimte, intrigeert ons ‘de stadsklap’ als ruimtelijke drager.

Als de bebouwde ruimte al jarenlang een decor vormt voor de onbebouwde ruimte... Vormt de stad dan het podium? De gevels van de huizen scheiden de backstage van de frontstage. ‘Het geheim van de gevels’. Daken en ruimtes eronder als ‘onzichtbare toneeltorens’. De huizen vormden de backstage rond het podium van de stad.

Werden de ruimtes achter de gevels in tijden van Corona tribune of podium?

De impact van Corona is (nog) niet die van ooit de Pest of de Cholera.
Vermoedelijk zit er zelfs nog voldoende ‘rek’ op de huidige bebouwde ruimte.
Een jeugdlokaal dat in ‘no time’ werd omgebouwd tot tijdelijk noodziekenhuis leert ons dat het veeleer de huidige puzzel is die herlegd kan worden. Een hotel wordt een daklozen opvang. Thuisruimte werd werkruimte. Een straat werd een tuin. Dieren kwamen de stad in. Het virus verlegde schijnbaar onveranderlijke grenzen en tekende opnieuw eerder afgeschafte.

De gevolgen van Corona zijn dus niet van die aard dat ze bijdragen tot een harde evolutie van de stedenbouw zoals indertijd de transitie van open naar gesloten rioleringsstelsels een gevolg was van pandemie. Onze fascinatie voor het rituele klappen brengt ons echter eerder bij de aandacht voor een ‘milde stedenbouw’. Immateriële vormen van een stadsidentiteit.

Werd de stad (terug?) op een inspirerende manier hoorbaar? Iedereen verbonden door ‘zoom’... Maar we willen niet ‘gezoomd’ worden, we willen ‘gehoord’ worden. Want geluid overstijgt afstand. Een ruimtelijk geluidsplan. Een oproep voor een zoektocht naar een ‘stadsecho’. Als de stad weerbaar wil worden voor ‘onzichtbare vijanden’, en bestand moet zijn tegen periodes van lockdown, heeft het dringend nood aan alternatieve manieren van verbinding die ‘het gezoom’ en afstand gebod overstijgen.

“Blijf in uw kot, maar kom uit uw zoom”.


B-architecten
https://b-architecten.be